skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Sambeeks boefje steelt poep in Oploo

Willem Claassen was een arme sloeber die woonde in de Sambeekse Hoek. Dat was een buurtschap vlakbij Oploo, maar die behoorde tot de gemeente Sambeek. Het was een wat eigenaardige uitloper van die gemeente, ten westen van de Sambeekse hei.

BIJSCHRIFT: Advertentie voor de meststof guano uit de krant Tubantia (1897)In 1874, het jaar waarin we met hem kennismaken, is de ongetrouwde Willem 34 jaar oud. Hij scharrelt zijn kostje als dagloner bij elkaar, werkt her en der bij boeren in de omgeving. Maar… onze Willem heeft wat moeite met het verschil tussen ‘mijn’ en ‘dijn’. Twee jaar geleden zat hij in Den Bosch een straf uit van zes maanden wegens ‘diefstal in dienstbaarheid’, zoals dat toen officieel heette. Stelen van de baas. Een zwaar vergrijp want een werkgever, zo stelde de wetgever, moest op zijn personeel kunnen vertrouwen.

De dagloner is ongetrouwd en woont in de Sambeekse Hoek samen met zijn zussen en wat neven en nichten. Hij heeft een spitse neus, een bruine baard en is klein van stuk (1.63 m). Dat laatste levert hem vrijstelling op van militaire dienst: ‘Onder de maat’, zo lezen we in het militieregister.

Handjes niet thuishouden

In 1874 kan Willem zijn handjes weer niet thuishouden. Ons verhaal begint op dinsdag 7 april als de Oploose akkerbouwer Peter van de Brug bij zijn schuur aankomt. Van de Brug woont in de Heikant, vlakbij de Sambeekse Hoek. Hij handelt ook in mest. Hij ziet dat het hangslot van de schuur verbroken is en controleert zijn voorraad. Al snel ziet hij dat er een zak guano ontbreekt. Geen kleintje. De zak weegt 83,5 kilo. Van de Brug zal later die dag tegen de marechaussee uit Boxmeer verklaren dat de zak nog dichtgenaaid was en het merkteken ‘83’ voerde.

Guano was in de tweede helft van de 19e eeuw een dierlijke meststof die werd ingevoerd uit Zuid-Amerika. Een exotische naam, maar het was gewoon vogelpoep. Mest van zeevogels die in overvloed werd gevonden op eilandjes voor de kust van Chili en Peru en sinds 1841 werd gewonnen. Vogelpoep van een bijzondere kwaliteit die in gedroogde vorm veel beter over het land te verspreiden was dan de beer, de dunne stront, uit de stallen van de boeren zelf. De mestwaarde van een ton guano stond gelijk aan 33 ton gewone mest. In 1870 voerde Nederland bijna zevenduizend ton guano in. Aan het eind van de eeuw raakte de poep op en niet veel later deed de industrieel vervaardigde kunstmest zijn intrede.

Eens een dief, altijd een dief

De marechaussee gaat in de buurt op onderzoek. Eens een dief, altijd een dief, zal hij gedacht hebben, als de politieman besluit poolshoogte te nemen in het armoedige schuurtje van Willem Claassen. Onder een berg stro vindt hij een zak guano. Met daarop het merkteken ‘83’. Als hij de zak aan Van de Brug laat zien, herkent die hem als de zijne. “Ja maar”, zegt Claassen, ter verdediging. “Ik heb rond Allerheiligen 100 kilo guano gekocht bij Chris Putman. Eén zak van 83,5 kilo en de rest in een andere zak.”  De marechaussee ondervraagt Putman, maar die kan zich die verkoop niet herinneren. Hij laat zijn boeken zien en ook daarin staat de transactie niet vermeld.

Op 1 juni moet Claassen voorkomen in Den Bosch. Hij houdt vol dat hij de mest niet gestolen heeft, maar de rechters geloven toch dat kleine Willem er met de grote zak vandoor is gegaan. Ze hebben wel compassie met de arme arbeider. Gelet op ‘de armoedige toestand’ hoeft hij geen acht maanden, maar slechts drie maanden de cel in. Leert Willem wat van die eenzame opsluiting? In ieder geval niet dat misdaad niet loont. Hij belandt daarna nog vijf keer in de bak. Voor diefstal en één keer voor mishandeling.

 Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen