Het moet een ware wegpiraat zijn geweest, gezien de manier waarop M. Koevoets op 28 oktober in 1923 door de straten van Zevenbergen scheurt. Keihard, zonder licht en zonder bel, op de fiets. De kantonrechter vindt het een ernstige overtreding en dreigt met een hoge boete.
uit Register 23-678, rolnummer 580 scans 748-752
‘In woeste vaart, althans met groote snelheid’ heeft ie gereden, dwars door Zevenbergen, en met een scherpe bocht belandt hij aan de verkeerde kant van de weg. Tegen de klok van vijf uur scheurt hij door het centrum, terwijl hij niet belt dat hij eraan komt, of zonder zijn lamp aan te doen. Een andere fietser moest van zijn rijwiel stappen om te voorkomen dat hij ondersteboven werd gereden.
De kantonrechter te Zevenbergen neemt het hoog op en vindt dat hij meermaals de veiligheid van het verkeer in gevaar heeft gebracht. Hij legt hem twee geldboetes op, van elk vijf gulden. Als hij niet betaalt, moet hij drie dagen achter de tralies.
Maar... het verhaal krijgt nog een staartje. Want onderzoeker Koos de Volder wijst ons op het volgende: "Het vonnis van de kantonrechter is van 14 februari 1923 en M. Koevoets is volgens het vonnis op 28 oktober 1922 door de straten van Zevenbergen gescheurd. De rechtbank heeft Koevoets in hoger beroep op 11 juni 1923 voor deze feiten vrijgesproken."
Geen cel, geen boete; M. Koevoets kan weer met een gerust hart zijn banden oppompen en op pad.
Met dank aan Nel van Doorn voor deze tip, en dank aan Koos de Volder voor deze belangrijke aanvulling!
